-
1 verkiezen
1 [prefereren] prefer (to)2 [liever willen] choose3 [door stemming] elect♦voorbeelden:thee boven koffie/lopen boven fietsen verkiezen • prefer tea to coffee/walking to cycling2 zoals u verkiest • as you wish/please/choose -
2 verkiezen
1 [prefereren; liever willen] préférer (qc. à une autre chose; faire qc.)2 [door keuze aanwijzen] élire♦voorbeelden:ik verkies niet uitgelachen te worden • je ne veux pas qu'on se moque de moiiets boven alles verkiezen • préférer qc. à toutte verkiezen zijn boven • être préférable àzoals u verkiest • comme il vous plaira2 iemand tot lid van de Tweede Kamer verkiezen • élire qn. député -
3 verkiezen
избрать; предпочесть* * **1) выбирать, избирать2) предпочитатьik verkíes kálfvlees — я предпочитаю телятину
* * *гл.общ. выбирать, оказывать предпочтение (boven-перед), избирать, предпочитать -
4 thee boven koffie/lopen boven fietsen verkiezen
thee boven koffie/lopen boven fietsen verkiezenprefer tea to coffee/walking to cyclingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > thee boven koffie/lopen boven fietsen verkiezen
-
5 iets boven alles verkiezen
iets boven alles verkiezenpréférer qc. à tout -
6 te verkiezen zijn boven
te verkiezen zijn boven -
7 iets boven alles verkiezen
iets boven alles verkiezenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets boven alles verkiezen
-
8 préférable
préférable (à) [preefeeraabl]1 〈 alleen bijvoeglijk naamwoord〉 te verkiezen (boven) ⇒ verkieslijk (boven) ⇒ 〈 alleen bijwoord〉 liever (dan), bij voorkeur♦voorbeelden:il est préférable de • het is beter omadj(à) te verkiezen (boven), verkieslijk (boven) -
9 préférer
préférer (à) [preefeeree]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:elle préférait partir (plutôt) que de le voir • zij ging liever weg dan dat ze hem zou zienje le préfère de beaucoup • dat heb ik veel lieverv(à) verkiezen (boven) -
10 оказывать предпочтение
vgener. verkiezen (boven-ïåðåä), bevoorrechten, privilegierenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > оказывать предпочтение
-
11 favor
n. genoegen, plezier; goede daad; dankbaarheid; partijdigheid; begunstiging; gunst; insigne; voorbeeld--------v. verkiezen (boven), begunstigen; vergoeden; een goede daad doen; ondersteunen, helpen; lijken op→ favour favour/ -
12 prefer
v. de voorkeur geven aan; liever willen; prefereren; promotie geven; voorleiden (voor rechter, etc)♦voorbeelden: -
13 оказывать предпочтение
vgener. verkiezen (boven-ïåðåä), bevoorrechten, privilegieren -
14 eine Sache über eine andere stellen
eine Sache über eine andere stellende voorkeur geven aan iets, iets verkiezen boven iets andersWörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Sache über eine andere stellen
-
15 stellen
stellen1 stellen, plaatsen, zetten ⇒ gelijkzetten; neerzetten; brengen; salariëren2 zorgen voor ⇒ leveren, ter beschikking stellen4 ensceneren, in scène zetten♦voorbeelden:1 einen Antrag stellen • een motie, verzoek(schrift) indienenjemandem eine Aufgabe stellen • iemand een taak stellen, opgevender Hund stellt die Ohren • de hond zet zijn oren opdie Uhr stellen • de klok, het horloge gelijkzettenetwas nicht stellen können • geen plaats hebben voor ietsgut gestellt sein • in goeden doen zijnStühle an den Tisch stellen • stoelen bij de tafel zetten〈 figuurlijk〉 eine Sache über eine andere stellen • de voorkeur geven aan iets, iets verkiezen boven iets andersetwas unter ein Thema stellen • iets onder een thema plaatsenzur Diskussion, Erörterung stellen • ter discussie stellenZeugen stellen • getuigen voorbrengen, presenteren2 zich houden ⇒ doen alsof, veinzen3 zich aangeven, zich melden5 bereid zijn ⇒ opkomen, aantreden♦voorbeelden:sich gegen jemanden stellen • zich tegen iemand kerensich hinter jemanden stellen • achter iemand gaan staansich (schützend) vor jemanden stellen • (verdedigend) vóór iemand gaan staansich schlafend stellen • zich slapende houden3 sich der Polizei stellen • zich bij de politie aangeven, meldenes stellt sich die Frage • de vraag rijst4 sich mit jemandem gut stellen • met iemand overweg kunnen, het met iemand kunnen vindenwie stellst du dich zu diesem Problem? • hoe sta jij tegenover dit probleem?sich der Presse stellen • de pers te woord staansich zu seinen Taten stellen • de verantwoordelijkheid voor zijn daden op zich nemen9 sich auf 200 Mark stellen • 200 mark kosten, op 200 mark komen -
16 être préférable à
être préférable à -
17 dem Käse alles andere nachstellen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > dem Käse alles andere nachstellen
-
18 nachstellen
nachstellenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 opnieuw af-, bijstellen♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский